Nu de scholen weer zijn begonnen, trekken dagelijks lange rijen fietsers voorbij. En in de weekend gaan veel mensen er lopend of met de fiets op uit. Zij zijn kwetsbaarder in het verkeer dan automobilisten. Dat heeft gevolgen voor de aansprakelijkheid. Hoe zit het precies?

Elke dag belanden gemiddeld 200 fietsers op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. In ongeveer 20 procent van de gevallen wordt het letsel veroorzaakt door een botsing met een andere verkeersdeelnemer. Een ongeluk zit dus in een klein hoekje. Vooral september heeft een slecht track record. Dan is vaak een piek te zien in het aantal fietsongelukken onder twaalfjarigen.

Omdat fietsers en voetgangers in het verkeer kwetsbaarder zijn dan automobilisten, genieten ze speciale bescherming, volgens artikel 185 van de Wegenverkeerswet. Als je als automobilist met hen in botsing komt, ben je vrijwel altijd (deels) aansprakelijk voor de schade, ook als de schuld bij de tegenligger ligt.

Kinderen

Wie een kind jonger dan veertien jaar aanrijdt, is altijd volledig aansprakelijk. Zelfs als het kind bijvoorbeeld zonder op of om te kijken de weg oversteekt of op de verkeerde weghelft fietst omdat hij aan het spelen is met zijn smartphone, moet je de schade volledig vergoeden. “Jonge verkeersdeelnemers overzien het verkeer nog niet en zijn daardoor niet altijd voorzichtig genoeg of gewoon nog te speels. Zij hebben ook nog geen inzicht in bijvoorbeeld de remweg van een auto”, licht Yda Matthijssen van ANWB Rechtshulp toe.

Alleen als je kunt bewijzen dat het kind de aanrijding opzettelijk heeft veroorzaakt, ontspring je de dans, maar dat komt maar heel sporadisch voor.

Boven de 14

Bij fietsers of voetgangers van veertien jaar of ouder speelt de schuldvraag wèl een rol. Maar ook dan moet je altijd voor minimaal 50 procent van de schade van je tegenligger opdraaien; ook als het jouw schuld niet is en het ongeluk bijvoorbeeld is veroorzaakt omdat de fietser door het rode licht reed.

Welk percentage van de schade voor jouw rekening komt - ergens tussen de 50 en 100 procent - hangt af van verschillende factoren, zoals de ernst van het letsel, de snelheid waarmee je hebt gereden en de ernst van de gemaakte fouten door beide partijen.

Overmacht

Je kunt de dans alleen ontspringen als aantoonbaar sprake is van overmacht. Dit betekent dat je moet kunnen bewijzen dat jij geen enkele schuld hebt. Dat is in de praktijk erg lastig, meent Matthijssen. "Van jou wordt namelijk verwacht dat je bedacht bent op onverwacht handelen van fietsers en voetgangers." Je moet er dus op anticiperen dat een fietser door het rode licht rijdt of ten onrechte geen voorrang geeft. Ook moet je rekening houden met onoverzichtelijke situaties, zoals onverlichte wegen of slecht zicht.

Hierbij wordt er bovendien van uit gegaan dat je je bewust bent van de kwetsbaarheid van fietsers en voetgangers. "Als automobilist, die door het gewicht en de snelheid gevaar veroorzaakt, moet je rekening houden met de zwakke verkeersdeelnemers die geen bescherming van een carrosserie en veiligheidsgordels hebben", aldus Matthijssen. Een voorbeeld van overmacht is een aanrijding die wordt veroorzaakt omdat een voetganger 's nachts in donkere kleding de snelweg oploopt.

Formeel bepaalt de rechter of sprake is van overmacht. Maar in de praktijk wordt de schade vaak zonder tussenkomst van de rechter afgewikkeld tussen de betrokken verzekeringsmaatschappijen, stelt Matthijssen. De verzekeraars baseren zich hierbij op eerdere rechterlijke uitspraken (jurisprudentie).

Elektrische fietsers

Elektrische fietsers worden beschouwd als gewone fietsers en genieten dezelfde bescherming. Dat geldt niet voor zogeheten high speed e-bikes of speedpedelics: elektrische fietsen waarmee je een snelheid tot wel 45 kilometer per uur kunt halen. Deze fietsen gelden als motorvoertuig.

Schade aan auto

Behalve de fietser kan ook de automobilist schade hebben. Als deze (mede) is veroorzaakt door een fout van de fietser of voetganger, kun je volgens Matthijssen de schade rechtstreeks claimen bij je tegenligger. Je moet dan wel kunnen bewijzen dat de voetganger of fietser een fout heeft gemaakt. Ben je zelf medeschuldig, dan moet je een deel van de schade zelf betalen. Met behulp van getuigenverklaringen, foto's en sporen kun je de schuldvraag aantonen.

Welk percentage de fietser moet betalen, hangt volgens Matthijssen af van de omstandigheden van het ongeval. Hierbij is van belang wie welke verkeersovertreding heeft begaan en wie in welke mate heeft bijgedragen tot het ongeval. Ook wordt bijvoorbeeld gekeken naar de mate van verwijtbaarheid en de ernst van het letsel van beide partijen.

Verzekering

Als de fietser schade moet betalen, kan deze een beroep doen op zijn aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP). De meeste mensen hebben zo'n verzekering. Heeft de fietser geen APV, dan moet deze de schade uit eigen zak betalen.

Lees ook:

Auto beschadigd, dader onbekend, wat nu?

Hoe kan ik mijn auto het beste verzekeren?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl